Pioniers zestiger jaren
Vrienden voor het leven
In de jaren zestig van de vorige eeuw krijgt het boerendorp Nieuw-Vennep uitbreiding met een ‘agrarisch buurtje’, althans wat betreft de naamgeving van de straten: Ploeg, Trekker, Egge en Binder. In de volksmond ‘de Gouden Hoek’ gedoopt vanwege de koopwoningen. Het wijkje wordt ingesloten door de Eugenie Prévinaireweg, de Sportveldweg, de Schoolstraat en de Westerdreef; een project van Bouwfonds Nederlandse Gemeenten. Via de Bijbelkring van de Hervormde kerk leren de nieuwe bewoners elkaar kennen. Er ontstaat een pioniersgeest met allerlei initiatieven, gevoed door een gevoel van saamhorigheid, resulterend in ‘een vriendengroep voor het leven.’ Twee oud-bewoners van de Trekkerstraat,
Karin Dolman en Yvonne Halenbeek, vertellen hoe geschiedenis wordt geschreven.
Mietje de Smit
Over huishouden vroeger
Voor Mietje de Smit-Goulooze (1919) gold als belangrijkste taak in haar leven de zorg voor haar kinderen en het huishouden en ze maakte de periode mee, dat de huisvrouw het zonder handige hulpmiddelen moest doen. ,,Je had geen stofzuiger, maar gebruikte stoffer en blik, g
een wasmachine, koelkast of vrieskist, laat staan een magnetron of een wasdroger.” Op 19-jarige leeftijd trouwde ze met Pieter de Smit. Hij kwam van de IJweg, werkte als boerendaggelder bij bouwboer Biesheuvel en zij woonde aan de Venneperweg, had een dienstje bij een chique familie in Heemstede. ,,We moesten trouwen, maar dat was toen geen schande en we hebben een goed huwelijk gehad.” Zeven kinderen kregen ze, van wie er inmiddels twee zijn overleden.
Caroline Burger-Lankhaar
Over modern huishouden
Zo’n twee jaar terug besloot ze helemaal voor de kinderen te gaan en gaf ze haar baan op als operatieassistent in het Rijnland Ziekenhuis. Caroline Burger-Lankhaar (1977) is getrouwd, moeder van drie kinderen en woont sinds 2005 in de Nieuw-Vennepse wijk, Getsewoud-Noord. Ze doet een boekje open over huishouding anno 2011, maar loopt met een boog om het predikaat ‘huisvrouw’ heen. ,,Daar heb ik moeite mee. Ik ben allerlei dingen tegelijk. Vind ‘t belangrijk structuur te bieden in mijn gezin, maar ben ook tekstschrijver en actief in de kerk.” Het zijn de drie pijlers in haar persoonlijk leven. En om ervoor te zorgen thuis niet te verstoffen, breekt ze er geregeld een avondje tussenuit met een vriendin.
Tine Rijlaarsdam
Tine Rijlaarsdam over vier jaar Vrouwencafé.
Recht op betaalde arbeid en deelname aan het maatschappelijk leven. Dat waren in de jaren zeventig van de vorige eeuw in ons land de belangrijkste thema’s van de zogeheten ‘tweede feministische golf’. Tine Rijlaarsdam (Amsterdam, 1939) is feministe van het eerste uur. Geïnspireerd door de emancipatie activiteiten in haar geboortestad, stond zij in 1974 aan de wieg van het Vrouwencafé, in haar toenmalige nieuwe woonplaats Nieuw-Vennep.
Ireen Nothddurft-Terlouw
Oorlogsherinneringen en het Wilhelmus in de kerk
Ze raakt vertederd bij de aanblik van haar vier Griekse landschildpadden die langzaam ontwaken uit hun winterslaap. De orchideeën op de vensterbank weet ze met haar groene vingers tot bloeiprestaties te brengen en een warme muts voor een inwoner van Albanië staat op de pennen. Dat zijn nog niet alle liefhebberijen van de Nieuw-Vennepse Ireen Nothdurft-Terlouw. Zij is ook behept met het hamstervirus, verzamelt graag maar geeft ook met plezier iets weg. De plaatselijke geschiedenis, de Tweede Wereldoorlog en het Koningshuis hebben haar bijzondere interesse. Niet zo verwonderlijk als je geboren bent in het tweede oorlogsjaar, met de namen Maria Beatrix Ireen. Dan is er nog het verhaal over haar doop op 31 augustus en het Wilhelmus dat daarna in de gereformeerde kerk werd gespeeld.